11.1.3. Vaste punten voor Cn-bovenleidingen
MS0-verbinding
Opstelling in spanwijdten van 63 m, 49 m, 35 m en 21 m:
Opstelling in spanwijdten van 56 m, 42 m en 28 m:
|
Span. (m) |
L50mm² (m) |
Kruisklem 10mm² |
|---|---|---|
Elke |
2 x 3,75 |
- |
MS3-verbinding
MS3-verbinding
|
Span. (m) |
L1 (m) |
L2 (m) |
L50mm² (m) |
Kruisklem 10mm² |
|---|---|---|---|---|
|
63 |
4 |
3,4 |
15,5 |
2 |
|
56 |
7,2 |
5,5 |
26 |
4 |
|
49 |
10,4 |
7,3 |
36 |
4 |
MS4-verbinding
|
Span. (m) |
L1 (m) |
L2 (m) |
L50mm² (m) |
Kruisklem 10mm² |
|---|---|---|---|---|
|
42 |
13,4 |
8,6 |
2 x 22,5 |
6 |
|
35 |
13,4 |
5,1 |
2 x 19 |
4 |
Opmerkingen betreffend de MS0-, MS3- en MS4-verbindingen
De rijdraad waarop het vast punt bevestigd is, wordt met 12 mm opgetrokken t.o.v. het contactvlak.
Plaatsing van een klem B26 als er geen richtstangen zijn.
Het is gebruik van schuivende hangers (B27 of B411) met kunststoffen stuk bovenaan ter bescherming van de hulpdrager voorgeschreven voor de volledige spanwijdte:
