11.1. Mechanische verbindingen

Inhoud

Algemene opstellingsinstructies

  1. De MS0, MS2, MS3 en MS4 wordt uitgevoerd met een Cu-kabel 50 mm²;
  2. Een draadverbinding uitgevoerd met zacht gegloeide Cu draad Φ1,8 mm bij het uiteinde van de verbinding;
  3. Een dubbele draadverbinding uitgevoerd met zacht gegloeide Cu draad Φ1,8 mm of met een kruisklem bij kruising tussen de hanger en de verbinding:
    Opmerking: Bij montage 1:
    • Versterken van de hanger met zachtgegloeide koperdraad;

    • Verbinden van de hanger met de kabel 50 mm² d.m.v. zachtgegloeide koperdraad.

  4. Zachtgegloeide koperdraad wordt gemaakt door een warmtebehandeling als volgt:
    • Men verwarmt 30 cm van het uiteinde van een koperen feederkabel 95mm² tot deze roodgloeiend is;

    • Men steekt de verwarmde feederkabel in koud water;

    • Men knipt de thermisch behandelde kabel af;

    • Elk apart draadje is een zachtgegloeide koperdraad.