17.2.2. Prismatische massieven

Illustratie


Type	b [m]	a [m]	h [m]	xmin [m]	Volume [m³]	Bewapening	Gewicht bewapening [kg]
D1	1,00	2,000	1,100	0,250	2,230	2 x 2 Ø14	25
D2	1,00	2,200	1,100	0,250	2,450	2 x 2 Ø14	25
D3	1,00	2,400	1,100	0,250	2,670	2 x 2 Ø14	25
D4	1,00	2,200	1,300	0,250	2,890	2 x 2 Ø14	25
D5	1,00	2,400	1,300	0,500	3,150	2 x 2 Ø14	37
D6	1,00	2,600	1,300	0,500	3,410	2 x 2 Ø14	37
D7	1,20	2,600	1,300	0,500	4,086	2 x 2 Ø14	37
D8	1,40	2,600	1,300	0,500	4,762	-	-
D9	1,60	2,600	1,300	0,500	5,438	-	-
D10	1,80	2,600	1,300	0,500	6,114	-	-
D11	2,00	2,600	1,300	0,700	6,790	-	-
D12	2,00	2,600	1,400	0,700	7,280	-	-
D13	2,00	2,600	1,500	0,700	7,800	-	-
D14	2,20	2,600	1,500	0,700	8,580	-	-
D15	2,40	2,600	1,500	0,700	9,360	-	-
D16	2,60	2,600	1,500	0,700	10,140	-	-
D17	2,80	2,600	1,500	0,700	10,920	-	-
D18	3,00	2,600	1,500	0,700	11,700	-	-
D19	3,20	2,600	1,500	0,700	12,480	-	-
D20	2,60	2,600	1,800	0,700	12,168	-	-
D21	2,80	2,600	1,800	0,700	13,104	-	-
D22	3,00	2,600	1,800	0,700	14,040	-	-
D23	3,20	2,600	1,800	0,700	14,976	-	-

Zie prismatische massieven type C et CR.

Opmerking:

Wanneer de afstand tussen de bovenrand van de ophoging en de as van het spoor voldoend is, mag de as van de paal teruggebracht worden in de as van de fundering.
Ingeval de achterzijde van het massief aandrukt tegen vaste grond, die geen schoring vergt, worden er geen bewapeningen voorzien. De afstand tussen de achterzijde van het massief en de bovenrand van de ophoging moet in dit geval minstens 1,50 m bedragen.