Een overbrugging toevoegen
Als de bovenleiding en het spoor een brug of tunnel kruisen, moet je een overbrugging aanmaken in de penduleringsfiche.
-
Kies een van de volgende opties afhankelijk van de constructie:
Type constructie Taak Een brug die niet langer is dan één spanwijdte Maak één overbrugging aan. Een brug die langer is dan één spanwijdte en... - rechtlijnig verloopt
Maak één overbrugging aan. - onregelmatig verloopt
Deel de constructie op in rechtlijnige stukken en maak voor elk stuk een overbrugging. Opmerking: Het is aangeraden om de stukken te laten samenvallen met de ophangingspunten. Controleer of je de correcte x-waarden gebruikt.Een tunnel die rechtlijnig verloopt Maak één overbrugging aan. Een tunnel die onregelmatig verloopt Deel de constructie op in rechtlijnige stukken en maak voor elk stuk een overbrugging. Opmerking: Het is aangeraden om de stukken te laten samenvallen met de ophangingspunten. Controleer of je de correcte x-waarden gebruikt. -
In het deel Aantal overbruggingen, dubbelklik op
Click here to add a new row.
Je kan de velden nu bewerken.
-
Vul de gegevens van de brug of tunnel in:
Veld Betekenis x1ovb (m) x-waarde van het begin van de brug ten opzichte van het begin van de spanlengte (xstart) z1ovb (m) z-waarde van de onderkant van het begin van de brug Belangrijk: Het gaat hier niet om de vrije hoogte.x2ovb (m) x-waarde van het einde van de brug Opmerking: Hou rekening met de xstart-waarde.z2ovb (m) z-waarde van het einde van de brug -
Klik buiten de invoervelden om de wijzigingen te behouden.
Opmerking: Je kan een overbrugging hierna niet meer aanpassen. Klik met de rechtermuisknop op een overbrugging en op Delete om een overbrugging te verwijderen.
- Herhaal de stappen om meer overbruggingen toe te voegen.
- Klik op Opslaan om de gegevens op te slaan in een pen-fiche.