15.2.4. Opstellingsvoorschriften

I-90 midden van het spanwijdte (S2)

  • wegnemen van de hangers in de zone waar de opstelling moet plaatsvinden;

  • de verankeringsisolator(en) 6 T in de hoofddrager plaatsen;

  • de gerichte rijdraad bijplaatsen;

  • de isolatoren voor rijdraad plaatsen;

  • de gebogen verwijderingsstangen aanbrengen, hangers plaatsen en regelen.

I-90 t.h.v. de draagmast (S2/S3)

  • wegnemen van de hangers in de zone waar de opstelling moet plaatsvinden en de regelbare hangers buiten de sectieisolator op hun definitieve plaats aanbrengen;

  • de verankeringsisolator 6 T in de hoofddrager plaatsen;

  • de volledig samengestelde bretel aanbrengen en onder mechanische spanning brengen;

  • de gerechte rijdraad plaatsen;

  • de isolatoren voor rijdraad plaatsen;

  • de gebogen verwijderingsstangen aanbrengen, hangers plaatsen en regelen.

I-160 (Compound)

  • enkel bij Cn-107-bovenleiding;

  • 120 km/u < v ≤ 160 km/u ;

  • te plaatsen als er geen sectiescheiding met luchtstrook kan worden geplaatst;

  • mag enkel tussen gevallen van tabel II opgesteld worden;

  • om risico's van ontregeling te beperken en om de opstelling van een T-schakelaar te kunnen installeren, is deze opstelling enkel toegelaten ter hoogte van een ophanging met een normale systeemhoogte;

  • te installeren nabij een vast punt;

  • mag enkel in rechte lijn opgesteld worden (max hoek = 0,007 rad);

  • de zijwaartse bevestiging moet altijd dezelfde potentiaal hebben als de rijdraad die wordt gekruist (het beïnvloedt de positie van de witte stok in de hulpdrager)