15.3.2. Opstelling in C-bovenleiding

Opstelling t.h.v. de draagmast: Voor- en bovenaanzicht

Maximale afstand tot vast punt: 650 m.

Opstelling t.h.v. de draagmast: Detail

Afst. tot vast punt (m)

bmin (mm)

100

102

200

204

300

306

400

408

500

510

600

612

625

638

Opstelling in het midden van de spanwijdte: Voor- en bovenaanzicht

Maximale afstand tot vast punt: 325 m.

Opstelling in het midden van de spanwijdte: Pendulering 1

Opstelling in het midden van de spanwijdte: Pendulering 2

Inplanting

In midden van de spanwijdte

T.h.v. draagmast

Lineaire interpolatie bij andere L en t.