Gegevens van de spanwijdte toevoegen

In het deel Spanwijdtes definieer je het aantal spanwijdte(s) dat je op de fiche wil en de geometrische gegevens van die spanwijdtes.

Vul de velden in voor de eerste spanwijdte:


Veld	Betekenis
Naam van de constructie:	De naam van de constructie links en rechts van de spanwijdte. Als je werkt met een pen-fiche, wordt er een automatisch een naam ingevuld. Je kan die echter aanpassen naar keuze.
Type v/d arm:	Het type arm dat aan de bovenleiding bevestigd is. Laat het veld leeg om de standaardwaarde te gebruiken of selecteer een waarde uit de lijst om een speciaal type arm te kiezen.
Straal:	De gemiddelde straal in het midden van de spanwijdte
Systeemhoogte:	De hoogte tussen de rijdraad en de draagkabel
Rijdraadhoogte:	De hoogte waarop de rijdraad hangt
Excentriciteit:	De excentriciteit voor de rechterpaal Waarschuwing: Als je de excentriciteit aanpast, moeten ook de hoeken opnieuw berekend worden.
Hoek:	De hoek van de bovenleiding ten opzichte van de loodlijn op de constructie Belangrijk: Het gaat hier om de hoek links en rechts van de spanwijdte, niet links en rechts van de paal. Voor elke spanwijdte moet je dus twee nieuwe hoeken ingeven.
Lengte schuivende hangers:	Afhankelijk van het gekozen systeem kan je deze velden al dan niet invullen. Opmerking: Bij een compound bovenleiding is de standaardwaarde 0.2m.
Niveau v/d laagste rail:	Het niveau van de laagste rail aan de linkse en rechtse paal van de spanwijdte. De waarde voor Midden wordt automatisch berekend.
Verkanting:	Het hoogteverschil tussen de sporen in een bocht of boog. De waarde voor Midden wordt automatisch berekend.

Selecteer al dan niet de optie Elimineren negatieve krachten om de krachten te verdelen over de pendules..
Selecteer al dan niet de optie Aanpassen doorhang om de berekende doorhang manueel aan te passen.
Klik op Opslaan om de gegevens op te slaan in een pen-fiche.