1.4. Rijdraadhoogte

Algemene regel

De hoogte van de rijdraad (rijdraden) moet worden gemeten loodrecht op het loopvlak van de baan.

Normale rijdraadhoogte Hc

T.h.v. de paal:

Volle baan

R1-200-Mix

5,10 m

R1-120

5,50 m

R1-300 / R1-300m / R1-300r / R1-350 / R1-350r

5,08 m

Theoretische minimum rijdraadhoogte bij de paal

Bvl-type

Max. snelheid [km/u]

Hmin,theo,paal [m]

BE1/BE2

BE3

BE4

R

120

4,97

5,02

5,05

160

4,96

5,02

5,05

300

-

-

5,08

Afwijkingen moeten toegestaan worden door I-AM.31.

Minimale rijdraadhoogte

Opmerking: bij buitengewoon vervoer, zie plan 405.070.

Bvl-type

Max. snelheid [km/u]

Hc,min [m]

BE1/BE2

BE3

BE4

R

120

4,90

4,96

4,99

160

4,91

4,96

4,99

300

4,94

-

5,03

Afwijkingen moeten toegestaan worden door I-AM.31.

Uitzonderlijk minimale rijdraadhoogte

Opmerking: bij buitengewoon vervoer, zie plan 405.070.

Bvl-type

Max. snelheid [km/u]

Hc,min,uitz [m]

BE1/BE2

BE3

BE4

R

120

4,85

4,91

4,95

160

4,85

4,91

4,95

300

4,88

-

4,98

Afwijkingen moeten toegestaan worden door I-AM.31.

Opmerking over de 3 tabellen met minimale hoogten

Alle tabellen zijn geldig in rechte lijn.

Voor gevallen met afwijkende lokale parameters kan het programma HACEECAT.xls gebruikt worden.