De grenzen van de bovenleiding beheren

Voor elk (deel van een) spoor kan je de grenzen van de bovenleiding aangeven.
  1. Open Continue fenomenen.
  2. In het deel Beheer, klik op Beheer grenzen bovenleiding.
  3. In het deel Selectie spoor, vul de velden in om een spoor te selecteren.
  4. In het deel Beheer grenzen bovenleiding, vul de grenzen in:
    Veld Betekenis
    KP Begin Nummer van de beginkilometerpaal
    Meters Begin De meters na de beginkilometerpaal
    KP Einde Nummer van de eindkilometerpaal
    Meters Einde De meters na de eindkilometerpaal
  5. Selecteer de optie Geldig voor bovenleiding ? om de gegevens te koppelen aan de bovenleiding.
  6. Klik op .